Osteochondraal letsel heup

Patiënthistorie
Osteochondraal letsel heup, ook wel osteochondrale defecten genoemd, zijn laesies (beschadigingen) aan zowel het gewrichtskraakbeen als het onderliggende bot (subchondraal bot). Deze beschadigingen kunnen optreden in verschillende gewrichten, maar komen vaak voor in de heup, knie, enkel en elleboog. Patiënten met osteochondrale laesies kunnen symptomen ervaren zoals diepe gewrichtspijn, zwelling, stijfheid, en een gevoel van instabiliteit. De symptomen kunnen verergeren bij belasting van het gewricht, zoals bij lopen, rennen of springen. In sommige gevallen kunnen losse fragmenten van bot of kraakbeen loskomen en vast komen te zitten in het gewricht, wat leidt tot mechanische symptomen zoals klikken, blokkeren of het gevoel dat het gewricht vastzit.

Risicoprofiel
De belangrijkste risicofactoren voor osteochondrale laesies zijn:
– Trauma: Acute letsels zoals verstuikingen, kneuzingen of directe impact op het gewricht kunnen osteochondrale laesies veroorzaken.
– Repetitieve Bewegingen: Sporten en activiteiten die herhaalde stress en belasting op het gewricht uitoefenen, zoals hardlopen, voetbal en basketbal, verhogen het risico.
– Genetische Predispositie: Erfelijke factoren kunnen bijdragen aan een verhoogde gevoeligheid voor kraakbeen- en botbeschadiging.
– Gewrichtsaandoeningen: Aandoeningen zoals osteochondritis dissecans (OCD) en avasculaire necrose kunnen leiden tot osteochondrale laesies.
– Leeftijd: Jongeren en adolescenten lopen een hoger risico op het ontwikkelen van osteochondritis dissecans, een specifieke vorm van osteochondrale laesies.

Diagnose
De diagnose van osteochondrale laesies wordt gesteld op basis van patiëntgeschiedenis, lichamelijk onderzoek en beeldvormingstechnieken.
– Klinische Evaluatie: Het lichamelijk onderzoek omvat inspectie van het gewricht op zwelling, palpatie voor pijnlokalisatie en evaluatie van de bewegingsvrijheid en stabiliteit van het gewricht.
– Beeldvorming:
– Röntgenfoto’s: Kunnen helpen bij het identificeren van botafwijkingen en losse fragmenten.
– MRI: De gouden standaard voor het visualiseren van kraakbeen- en botlaesies, en het beoordelen van de omvang en diepte van de laesie.
– CT-Scan: Kan nuttig zijn voor gedetailleerde beeldvorming van botstructuren en het plannen van chirurgische interventies.
– Arthroscopie: Directe inspectie van het gewricht met een kleine camera kan helpen bij de diagnose en beoordeling van de laesie.

Behandeling
De behandeling van osteochondrale laesies varieert afhankelijk van de ernst van de laesie, de symptomen van de patiënt en de locatie van de laesie.
– Conservatieve Behandeling:
– Rust en Activiteitsmodificatie: Vermijden van belastende activiteiten om verdere schade te voorkomen.
– Fysiotherapie: Gericht op het verbeteren van de bewegingsvrijheid, het versterken van de omliggende spieren en het verbeteren van de gewrichtsstabiliteit.
– Medicatie: ontstekingsremmers kunnen worden voorgeschreven om pijn en ontsteking te verminderen.
– Bracing: Het gebruik van braces om het gewricht te ondersteunen en te stabiliseren tijdens het herstel.
– Chirurgische Behandeling:
– Microfractuur: Een procedure waarbij kleine gaatjes in het subchondrale bot worden geboord om de vorming van nieuw kraakbeen te stimuleren.
– Osteochondrale Autograft Transplantatie (OATS): Overbrengen van een stukje gezond bot en kraakbeen van een niet-belast deel van het gewricht naar de beschadigde plek.
– Autologe Chondrocytenimplantatie (ACI): Het kweken van kraakbeencellen uit een klein monster van het eigen kraakbeen van de patiënt en vervolgens terugplaatsen in de laesie.
– Allograft Transplantatie: Overbrengen van bot- en kraakbeenweefsel van een donor naar de patiënt.
– Arthroscopische Debridement: Verwijderen van losse fragmenten en gladmaken van de randen van de laesie om verdere schade te voorkomen.

Preventie
Preventie van osteochondrale laesies richt zich op het minimaliseren van risicofactoren en het bevorderen van gewrichtsgezondheid.
– Training en Oefeningen: Regelmatige oefeningen gericht op het versterken van de spieren rondom het gewricht, het verbeteren van de flexibiliteit en het bevorderen van een goede biomechanica.
– Bescherming: Gebruik van beschermende uitrusting tijdens sportactiviteiten om direct trauma aan de gewrichten te voorkomen.
– Vroege Interventie: Vroege behandeling van gewrichtsblessures en regelmatige controles bij symptomen van gewrichtspijn of instabiliteit.
– Educatie: Informeren van atleten, coaches en ouders over de risico’s en symptomen van osteochondrale laesies en het belang van het vermijden van overbelasting.

Conclusie
Osteochondrale laesies zijn een complexe aandoening die een zorgvuldige diagnose en behandeling vereist om pijn te verminderen en gewrichtsfunctie te herstellen. Een combinatie van klinische evaluatie en geavanceerde beeldvormingstechnieken helpt bij het stellen van een nauwkeurige diagnose. Behandelingsopties variëren van conservatieve maatregelen zoals rust en fysiotherapie tot chirurgische ingrepen zoals microfractuur en transplantatieprocedures. Preventieve maatregelen, waaronder gerichte oefeningen, bescherming en vroege interventie, zijn cruciaal om het risico op osteochondrale laesies te minimaliseren en de gewrichtsgezondheid te bevorderen.

Bron: Hip Pain and Movement Dysfunction Associated With Nonarthritic Hip Joint Pain: A Revision, JOSPT 2023