Heupdysplasie
Patiënthistorie
Heupdysplasie is een aandoening waarbij de heupkom niet goed over de heupkop past, wat leidt tot een onstabiel heupgewricht. Deze aandoening kan variëren van een lichte afwijking tot een volledige dislocatie van de heup. Heupdysplasie wordt vaak gediagnosticeerd bij zuigelingen en jonge kinderen, maar kan soms onopgemerkt blijven tot in de adolescentie of volwassenheid. Patiënten met heupdysplasie kunnen een geschiedenis hebben van heup- of liespijn, moeite met lopen of hinken, en soms een verschil in beenlengte.
Risicoprofiel
De belangrijkste risicofactoren zijn:
– Familiegeschiedenis: Een sterke genetische component, waarbij heupdysplasie vaker voorkomt bij kinderen van ouders die de aandoening ook hadden.
– Geslacht: heupdysplasie komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.
– Stuitligging: Baby’s die in een stuitligging worden geboren, hebben een hoger risico op heupdysplasie.
– Eerste Kind: de eerste bevalling is een risicofactor, mogelijk door een strakkere baarmoederomgeving.
– Zwangerschap Complicaties: laag vruchtwater kan de ruimte voor foetale beweging beperken, wat het risico op heupdysplasie verhoogt.
-Cultuur: In sommige culturen waar baby’s traditioneel strak worden ingebakerd met de benen recht, is het risico op heupdysplasie verhoogd.
Diagnose
De diagnose van heupdysplasie wordt meestal gesteld tijdens het eerste levensjaar van een kind, vaak tijdens routineonderzoeken door kinderartsen.
– Klinische Tests: De Ortolani- en Barlow-manoeuvres zijn specifieke tests die worden gebruikt om de stabiliteit van het heupgewricht te beoordelen bij pasgeborenen.
– Beeldvorming: Echografie wordt vaak gebruikt bij zuigelingen om de heupkom en -kop te visualiseren. Röntgenfoto’s kunnen nuttig zijn bij oudere kinderen en volwassenen om de mate van dysplasie te beoordelen.
Behandeling
De behandeling van heupdysplasie varieert afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de ernst van de dysplasie.
– Conservatieve Behandeling:
– Pavlik bandage: Dit is een veelgebruikte methode voor zuigelingen jonger dan zes maanden, waarbij de heupen in een stabiele positie worden gehouden om verdere ontwikkeling te bevorderen.
– Spalken en Braces: Verschillende soorten braces kunnen worden gebruikt om de heup in de juiste positie te houden bij oudere baby’s.
– Chirurgische Behandeling:
– Operatie: Bij jongere kinderen waarbij conservatieve behandeling niet succesvol is, kan een operatie worden uitgevoerd zoals:
-Peri Acetabulaire Osteotomie (PAO)**: Dit is een chirurgische procedure die vaak wordt gebruikt bij adolescenten en jongvolwassenen met borderline of milde dysplasie om de heupkom te herpositioneren.
Preventie
Preventie van heupdysplasie richt zich op vroege detectie en interventie om de ontwikkeling van ernstige vormen van dysplasie te voorkomen.
– Screening: Regelmatige heupscreening bij pasgeborenen, vooral bij risicogroepen, is cruciaal.
– Educatie: Ouders informeren over de juiste manier van inbakeren om te voorkomen dat de heupen in een onnatuurlijke positie worden gefixeerd.
– Prenatale Zorg: Zorgverleners moeten alert zijn op risicofactoren zoals stuitligging en laag vruchtwater, en tijdige interventies plannen indien nodig.
Conclusie
Heupdysplasie is een complexe aandoening die vroegtijdige diagnose en interventie vereist om optimale uitkomsten te verzekeren. Een combinatie van klinische tests en beeldvormingstechnieken helpt bij het stellen van de diagnose, terwijl behandelingsopties variëren van conservatieve methoden zoals het Pavlik-bandage tot chirurgische ingrepen zoals PAO. Preventieve maatregelen, waaronder vroege screening en educatie, spelen een cruciale rol in het beheer van heupdysplasie.
Bron: Hip Pain and Movement Dysfunction Associated With Nonarthritic Hip Joint Pain: A Revision, JOSPT 2023