Shin Splints
Mechanisme van letsel:
Shin splints, ook bekend als Medial Tibial Stress Syndroom (MTSS), wordt veroorzaakt door overbelasting van het scheenbeen (tibia) door herhaalde mechanische belasting. Deze belasting kan leiden tot microschade aan het bot en de omliggende structuren zoals de spieraanhechtingen en het periost. Bij atleten, vooral hardlopers, ontstaat MTSS vaak door een combinatie van factoren zoals een snelle toename in trainingsintensiteit, hardlopen op harde oppervlakken en biomechanische afwijkingen zoals overpronatie of platvoeten. Herhaalde impact en trekkrachten op het periost en het binnenste deel van de tibia spelen een centrale rol in de ontwikkeling van deze aandoening .
Voorgeschiedenis:
Risicofactoren voor MTSS omvatten een voorgeschiedenis van eerdere blessures, trainingsfouten zoals het plotseling verhogen van de trainingsintensiteit of -duur, ongeschikt schoeisel en het lopen op harde of ongelijke oppervlakken. Biomechanische factoren zoals overpronatie, platvoeten, spieronevenwichtigheden en verminderde spierkracht in de kuitspieren dragen ook bij aan de ontwikkeling van MTSS. Atleten die abrupt hun trainingsroutine wijzigen zonder adequate aanpassingstijd lopen een verhoogd risico .
Specifieke tests:
De diagnose van MTSS wordt meestal klinisch gesteld door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek. Patiënten klagen vaak over diffuse pijn langs de binnenkant van de tibia die toeneemt met activiteit. Tijdens het lichamelijk onderzoek is palpatie langs de mediale rand van de tibia pijnlijk en gevoelig. Diagnostische beeldvorming zoals MRI of botscans kan worden gebruikt om andere aandoeningen zoals stressfracturen uit te sluiten en om de mate van periostale reactie en oedeem te beoordelen. De meeste gevallen van MTSS kunnen echter zonder beeldvorming worden gediagnosticeerd op basis van klinische bevindingen .
Behandeling:
De behandeling van MTSS omvat meestal een multidisciplinaire benadering met de volgende componenten:
-Rust en activiteiten aanpassing: Het vermijden van belastende activiteiten om het herstel te bevorderen. Dit kan betekenen dat de patiënt tijdelijk moet stoppen met hardlopen of andere impactactiviteiten.
– Fysiotherapie: Oefeningen gericht op het verbeteren van de spierkracht en flexibiliteit van de kuitspieren en andere beenspieren. Rek- en versterkingsoefeningen zijn essentieel.
-Biomechanische correcties: Gebruik van orthopedische inlegzolen of aangepaste schoenen om abnormale voetbewegingen te corrigeren en de belasting op de tibia te verminderen.
-Pijnmanagement: Het gebruik van pijnstillers of ontstekingsremmers kan nodig zijn om de pijn onder controle te houden.
– Loopscholing: Het aanpassen van de looptechniek om overbelasting van de tibia te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat de paslengte wordt verkort of dat er meer aandacht wordt besteed aan het landen met een midden- of voorvoet landing in plaats van een haklanding.
Door een combinatie van deze behandelingsstrategieën kunnen atleten vaak terugkeren naar hun sport zonder herhaling van de blessure.