– Osteochondrale laesies ontstaan vaak door direct trauma of herhaaldelijke microtrauma’s aan het enkelgewricht. Dit kan te wijten zijn aan een enkelverstuiking of een directe impact op de enkel.
Voorgeschiedenis
– Patiënten presenteren zich vaak met chronische enkelpijn, vooral na een enkelverstuiking die niet zoals verwacht geneest. – Er kan sprake zijn van zwelling in wisselende periodes en een gevoel van instabiliteit in de enkel. – Pijn kan verergerd worden door activiteiten waarbij gewicht wordt gedragen en kan gepaard gaan met klikkende of blokkerende sensaties in de enkel.
Specifieke Tests
– Röntgenfoto: Dit kan diagnostische informatie bieden over botafwijkingen, zoals fracturen en osteochondrale laesies. Er zijn minimaal twee foto’s uit verschillende hoeken nodig om een bot adequaat te evalueren. – MRI: MRI biedt gedetailleerde informatie over de structuur, met name zachte weefsels. MRI kan helpen de omvang en diepte van de osteochondrale laesie en eventueel geassocieerd beenmergoedeem te visualiseren.
Behandeling: – De behandeling van osteochondrale laesies hangt typisch af van de grootte, diepte en locatie van de laesie. Gangbare behandelingen omvatten: – Conservatief beheer met rust, fysiotherapie en pijnbeheer. – Arthroscopische debridement en microfractuur, waarbij beschadigd weefsel wordt verwijderd en kleine gaatjes in het bot worden gemaakt om genezing te stimuleren. – Osteochondrale transplantatie, waarbij een stukje gezond kraakbeen wordt genomen uit een niet-gewichtdragend gebied en getransplanteerd naar de laesieplaats. – Autologe chondrocytimplantatie, waarbij kraakbeencellen worden geoogst, in een laboratorium worden gekweekt en vervolgens in de laesie worden geïmplanteerd.