CPRS
Mechanisme van letsel:
CRPS-1 ontstaat vaak na een letsel, maar het exacte mechanisme is niet goed begrepen. Het syndroom wordt gekenmerkt door een versterkte reactie van het centrale zenuwstelsel (CZS) en perifere zenuwstelsel op het letsel.
– Het CZS schakelt over naar een staat van spinale hypersensitiviteit, wat symptomen zoals allodynie genereert (pijn van niet-schadelijke prikkels zoals lichte aanraking).
– De dalende controlepaden van het CZS verschuiven naar opwinding in plaats van inhibitie, wat leidt tot verhoogde pijngevoeligheid.
Voorgeschiedenis:
– Sommige patiënten melden een duidelijk begin van pijn, terwijl anderen dat niet doen.
– Sommige individuen melden mogelijk geen pijn, zelfs niet na een duidelijk incident van ernstig trauma.
– De pijn kan aanhouden voorbij de gebruikelijke genezingstijden voor een letsel.
– De pijn kan onvoorspelbaar, niet-mechanisch en niet-anatomisch zijn in reactie op beweging.
– Sommige patiënten met CRPS-1 ervaren pijn zelfs zonder fysieke prikkel, wat wijst op een centraal gedomineerd pijnmechanisme.
Specifieke tests:
– Lichtaanrakingstest: waarbij patiënten pijn of ongemak ervaren van lichte aanraking, wat wijst op allodynie.
– PainDETECT en LANSS: Dit zijn vragenlijsten die klinisch toepasbaar zijn om kenmerken van neuropathische pijn te identificeren, die aanwezig kunnen zijn bij CRPS-1.
Behandeling:
– De behandelingsbenadering voor CRPS-1 is veelzijdig en kan omvatten:
– Pijnbeheer: Gebruik van medicatie om pijn te beheersen en CZS-hypersensitiviteit te verminderen.
– Fysiotherapie: Oefeningen en manuele therapie om functie te verbeteren en pijn te verminderen.
– Neuromodulatie: Technieken zoals ruggenmergstimulatie kunnen worden gebruikt in ernstige gevallen.
– Psychotherapie: Cognitieve gedragstherapie en andere psychologische interventies kunnen patiënten helpen omgaan met chronische pijn.
– Patiënteneducatie: Patiënten voorlichten over de aard van CRPS-1 en strategieën om symptomen te beheren.
Belangrijk om op te merken is dat CRPS-1 een complexe aandoening is en dat de exacte oorzaak, symptomen en beste behandelingsbenaderingen kunnen variëren tussen patiënten.