Sinding-Larsen-Johansson

Patiëntenhistorie
Patellaire apofysitis, ook bekend als het Sinding-Larsen-Johansson syndroom, is een aandoening die voornamelijk kinderen en adolescenten treft, vooral tijdens hun groeispurt. De aandoening ontstaat door overmatige trekkrachten op de groeischijf (apofyse) van de knieschijf (patella), wat leidt tot irritatie en ontsteking. Deze aandoening komt vooral voor bij actieve jongeren die deelnemen aan sporten met veel springen en rennen, zoals basketbal, voetbal en atletiek.

Patiënten met patellaire apofysitis presenteren zich vaak met de volgende symptomen:
– Pijn aan de voorkant van de knie: De pijn bevindt zich meestal onderaan de knieschijf, waar de knieschijfpees (patellapees) zich hecht aan de patella.
– Verergering van pijn tijdens activiteit: De pijn wordt vaak erger bij activiteiten zoals rennen, springen, traplopen, en knielen. Rust kan de pijn verminderen, maar de pijn komt vaak terug bij hervatting van de activiteit.
-Zwelling en gevoeligheid: Er kan lichte zwelling optreden rond de onderkant van de knieschijf, en het gebied kan gevoelig zijn bij aanraking.
-Stijfheid: Vooral na periodes van rust kan de knie stijf aanvoelen, wat de beweging beperkt.

Risicoprofiel
De volgende factoren verhogen het risico op het ontwikkelen van patellaire apofysitis:

-Leeftijd: De aandoening treft meestal kinderen en adolescenten tussen de 10 en 15 jaar, vooral tijdens de groeispurt.
-Geslacht: Hoewel beide geslachten getroffen kunnen worden, komt patellaire apofysitis iets vaker voor bij jongens, mogelijk vanwege hun grotere deelname aan sporten met hoge impact.
-Hoge impact sporten: Sporten die veel rennen, springen, en plotselinge verandering van richting vereisen, zoals basketbal, voetbal, en gymnastiek, verhogen het risico.
-Snelle groei: Tijdens een groeispurt zijn de botten en pezen van een kind nog in ontwikkeling, wat ze vatbaarder maakt voor overbelasting.
-Verhoogde fysieke activiteit: Kinderen en adolescenten die veel sporten of aan fysieke activiteiten deelnemen zonder voldoende rust, hebben een verhoogd risico.

Diagnose
De diagnose van patellaire apofysitis wordt meestal gesteld door een combinatie van anamnese, lichamelijk onderzoek en soms beeldvormende technieken.

-Anamnese: De arts zal vragen naar de aard van de pijn, de relatie met fysieke activiteit, de duur van de symptomen, en of de patiënt recent een groeispurt heeft doorgemaakt.

Lichamelijk Onderzoek:
-Palpatie: De arts zal het onderste deel van de knieschijf palperen om te zoeken naar gevoeligheid en zwelling.
-Evaluatie van de Bewegingsvrijheid: De arts zal de bewegingsvrijheid van de knie controleren, hoewel deze bij patellaire apofysitis meestal niet significant beperkt is.

Beeldvorming:
-Röntgenfoto’s: worden soms gebruikt om andere oorzaken van kniepijn uit te sluiten, zoals een fractuur, en om te bevestigen dat de apofyse ontstoken is. Röntgenfoto’s kunnen ook tekenen van botfragmentatie of ossificatie (verbening) tonen in het onderste deel van de patella.
-Echografie: Echografie kan helpen om de dikte en eventuele onregelmatigheden in de patellapees te beoordelen.

Behandeling
De behandeling van patellaire apofysitis is meestal conservatief en gericht op het verlichten van symptomen en het bevorderen van genezing.

Conservatieve Behandeling
-Rust en aanpassing van activiteiten: De belangrijkste stap in de behandeling is om de knie voldoende rust te geven en activiteiten die de pijn verergeren, zoals rennen en springen, te beperken. De meeste patiënten worden geadviseerd om een paar weken tot maanden te rusten, afhankelijk van de ernst van de symptomen.
-IJs: Toepassing van ijs op het pijnlijke gebied kan helpen om zwelling en pijn te verminderen. Het wordt aanbevolen om meerdere keren per dag 15-20 minuten ijs toe te passen, vooral na activiteiten.
-Fysiotherapie: Oefeningen gericht op het versterken van de quadriceps en hamstrings, evenals rek- en flexibiliteitsoefeningen voor de patellapees, kunnen helpen om de knie te stabiliseren en de spanning op de apofyse te verminderen.
-Pijnbestrijding: Over-the-counter pijnstillers zoals paracetamol of NSAID’s (zoals ibuprofen) kunnen worden gebruikt om pijn en ontsteking te verminderen.
-Brace of bandage: In sommige gevallen kan een brace of patellabandage worden aanbevolen om de knieschijf te ondersteunen en de druk op de apofyse te verminderen tijdens het sporten.

Chirurgische Behandeling
Chirurgische behandeling is zelden nodig bij patellaire apofysitis, omdat de aandoening meestal goed reageert op conservatieve maatregelen. In zeer zeldzame gevallen, als er sprake is van aanhoudende pijn ondanks langdurige conservatieve behandeling, kan een chirurgische ingreep overwogen worden om de apofyse te debrideren (het verwijderen van afgestorven, beschadigd of geïnfecteerd weefsel) of de spanning op de patellapees te verminderen.

Preventie
Preventieve maatregelen voor patellaire apofysitis richten zich op het verminderen van de belasting van de knieën tijdens periodes van snelle groei en het verbeteren van de algehele kniefunctie.

-Geleidelijke opbouw van activiteiten: Om overbelasting te voorkomen, moeten kinderen en adolescenten hun fysieke activiteiten geleidelijk opbouwen, vooral tijdens en na groeispurten.
-Regelmatige rust: Voldoende rust tussen intensieve sportactiviteiten is essentieel om overbelasting van de knieën te voorkomen.
-Spierversterking: Het versterken van de spieren rondom de knie, met name de quadriceps en hamstrings, kan helpen om de knie te stabiliseren en de druk op de patellaire apofyse te verminderen.
-Rekoefeningen: Regelmatige rekoefeningen voor de quadriceps, hamstrings, en patellapees kunnen helpen om de flexibiliteit te verbeteren en spanning op de knieschijf te verminderen.
-Gebruik van goed schoeisel: Schoenen met goede demping en ondersteuning kunnen helpen om de impact op de knieën te verminderen tijdens sportactiviteiten.

Conclusie
Patellaire apofysitis, of het Sinding-Larsen-Johansson syndroom, is een veelvoorkomende aandoening bij kinderen en adolescenten tijdens hun groeispurt, veroorzaakt door overmatige trekkrachten op de groeischijf van de knieschijf. De diagnose wordt gesteld op basis van de medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek en soms beeldvorming. Behandeling is meestal conservatief, gericht op rust, ijs, fysiotherapie en pijnbestrijding. Preventie richt zich op het geleidelijk opbouwen van activiteiten, regelmatige rust, spierversterking, en het gebruik van goed schoeisel om overbelasting van de knieën te voorkomen.

Bron: Knee Pain and Mobility Impairments: Meniscal and Articular Cartilage Lesions, JOSPT 2010